Testangst
Je wordt er tegenwoordig als kleuter al mee geconfronteerd: een test die meet wat je kan of waar je toe in staat bent. In Nederland is het gebruikelijk om tijdens je schoolloopbaan voortdurend getest te worden. Op specifieke vakken en vaardigheden, maar ook meer algemeen op niveau en potentieel. Veel van die testen zijn ook nog bepalend voor je toekomst. Kinderen blijven zitten, slaan een klas over, mogen naar de Havo, of worden niet toegelaten op de universiteit vanwege testresultaten.
De laatste jaren komt er steeds meer kritiek op die toetsdrang in het onderwijs, vaak opgelegd van bovenaf. Veel scholen worden deels financieel afgerekend op de resultaten die hun leerlingen halen op toetsen. Andere vormen van succes of vooruitgang die geboekt worden lijken nauwelijks mee te tellen. Inmiddels klinkt die kritiek ook vanuit de politiek. Jesse Klaver schrijft in zijn pamflet Economisme dat de toetscultuur wat hem betreft doorgeslagen is en dat het geen recht doet aan de niet-lineaire ontwikkeling van de meeste mensen. Daar ben ik het mee eens. Niet iedereen ontwikkelt zich in hetzelfde tempo en een overvloed aan testen met bijbehorende consequenties kan betekenen dat sommigen nooit de kans krijgen hun volle potentieel te benutten.
Wij onderzoeken en testen vaak volwassenen. Tijdens de selectie voor een baan, of in de ontwikkeling van hun carrière. We willen weten wat iemand kan, hoe hij of zij zich gedraagt en welke groei of ontwikkeling mogelijk is. Voor vragen over wat iemand kan en welke groei mogelijk is gebruiken we capaciteitentests. De meeste mensen die wij onderzoeken hebben al jaren of soms decennia geen test gemaakt. Vaak weten ze niet goed wat ze kunnen verwachten. Daardoor zijn ze regelmatig beducht voor zo’n onderzoek. Zo werkt die Nederlandse overdaad aan testen met harde consequenties door tot ver na de schooltijd. In de vorm van angst. Angst om het niet te halen, angst om onvoldoende te scoren. Jammer, aangezien wij geen onvoldoendes uitdelen of mensen een klas over laten doen.
Testangst is reëel en het beïnvloedt je prestaties. Onnodig en zonde van de energie. Als je bij ons een psychologisch onderzoek of assessment doet, mag je er van uit gaan dat we ons aan een aantal basisprincipes houden. Als je weet dat we je recht doen en dat ons rapport geen definitieve veroordeling inhoudt, kan je met meer vertrouwen het onderzoek ingaan.
- Wij kijken naar wat je redelijkerwijs mag verwachten
Als ons wordt gevraagd hoe iemand in elkaar zit, dan beschrijven we dat onder andere vanuit iemands capaciteiten. Daarbij geven we aan wat op basis van onze indrukken en de resultaten van de tests te verwachten valt als het gaat om onder andere snelheid van denken, het zien van verbanden of intellectuele prestaties. Ons uitgangspunt is dat de meeste mensen veel kunnen leren en ontwikkelen, maar dat dat voor de één meer oefening, tijd en energie vraagt dan voor de ander. We managen zo de verwachtingen.
- Wij vergelijken je met andere Nederlanders
We stellen niet onze eigen normen. Als je bij ons een test maakt dan wordt je prestatie daarop vergeleken met de prestaties van de mensen die voor jou dezelfde test hebben gemaakt. Geen harde voldoende of onvoldoende dus, maar inzicht in hoe je het doet in vergelijking met een grote groep anderen. Hebben veel anderen een betere score gehaald dan jij? Dan zegt dit iets over het gemak waarmee je leert en nieuwe informatie verwerkt, niet over wat je al kan en wat je al weet.
- Wij geven een advies, geen allesbepalend oordeel.
Of je nu zelf om een onderzoek hebt gevraagd of dat een werkgever dat doet, wij geven een advies. Wij geven aan hoe iemand er voor staat en – zoals eerder gezegd – wat je mag verwachten. Wij geven ook aan wat er voor nodig is om een bepaald doel te laten slagen, dat kan een nieuwe baan zijn of bijvoorbeeld een bepaalde opleiding. Daarin zijn we realistisch en kritisch, maar kiezen we altijd voor de insteek dat we het werkbaar willen maken.
Wij vinden het belangrijk dat ons onderzoek een goed en helder antwoord geeft op de gestelde onderzoeksvraag, maar dat het ook recht doet aan degene die het onderzoek ondergaat. Na afloop van elk onderzoek krijg je altijd eerst zelf inzicht in ons rapport, ook als iemand anders de opdrachtgever is. Angst? Niet nodig!
Ton Modderman